Toen ik eind vorige week op een avond nog even de tuin inliep, hoorde ik een uil-achtig geluidje. Dat zelfde piepfluitje had me al een paar nachten wakker gehouden, maar deze keer was het echt heeeeeeel dichtbij. Precies op het moment dat ik bedacht om eens op onderzoek uit te gaan zag ik een uil overvliegen. Vlakbij mijn huis zaten twee jonge uiltjes -die al best groot waren- in een wilgenboom. Ik heb echt nog nooit uilen van dichtbij gezien, laat staan een ouderpaar met twee kuikens. Enfin, kwam een meneer met sigaret & hondje voorbij en hij vertelde dat hij de ouderuilen een paar weken eerder had zien nestelen. De uiltjes een stukje verder gevlogen, want ja een hond is blijkbaar iets wat ze niet zo fijn vinden.
De uilen zijn inmiddels een verbindende factor geworden, er staan ’s avonds regelmatig buurtgenoten in de bomen te turen. Weetjes, foto’s en e-mailadressen worden uitgewisseld. Daardoor weet ik nu dat het ransuilen zijn wat je kunt zien aan de pluimpjes op de oren en wanneer de kuikens uit het nest klimmen, ze takkelingen worden genoemd. Het rare nasale blaffende geluid wat ik ’s avonds laat en ’s nachts hoor, is eveneens van de ransuil. Ook andere vogels reageren op de uilen. Ik zag een merel nieuwsgierig dichtbij een uilskuiken gaan zitten en een ekster hipte steeds een beetje dichterbij de ouderuil tot deze opvloog, want ja ook een ekster is zuinig op z’n jongen. Ze zijn er natuurlijk ook overdag, maar dan rusten ze en maken ze bijna geen geluidjes waardoor ze minder opvallen. Het is dan nog flink zoeken om ze te ontdekken.
Als ik mijn enthousiasme mail aan Letslid Rode Zon -die in dezelfde wijk woont- dan schrijft ze: “Gisteravond heb ik ze gehoord! Zo klagelijk klein en kwetsbaar. Ik dacht dat ‘r een vogel of reetje in nood was. Zag natuurlijk niks, maar het antwoord kwam van jou! Ik heb de familie R. ANSUIL intussen gezien in de boom. Prachtig. Het geoehoe van de ouders heb ik ook gehoord, dacht eerst dat het een nachtegaal was”. Een paar dagen later: “Hoor ze sinds gisteravond nu ook aan de voorkant van mijn huis en weet je waar die zat? In de bomen bij mijn buren hier op de hoek. Heel dichtbij dus. Waarschijnlijk verhuizen ze langzaamaan richting Groene Ster. Ik vraag me af wanneer de piep die ze produceren een volwassen oehoe wordt.” Zo wisselen we nog wat meer wetenswaardigheden uit. Over buren bijvoorbeeld die met grote zaklampen in de weer zijn en zo de uilen verjagen of dat je aan de poepjes op de stoep kunt zien in welke boom ze zitten.
Als ik laat op een avond na het ransuilspotten weer naar huis loop, zie ik vleermuizen zigzaggen door de lucht en de egeltjes zitten al lekker te bikken van het egelvoer. Verder kruiphopt er een klein padje door mijn tuin en huist er een aardhommelnest in een zak met composterend blad. In een jaar met zo weinig wespen en bijen stelt me dat toch een beetje gerust.
Op de site van Vogelbescherming vind je meer informatie over de ransuil en kun je de bedelroep van de takkeling en het ‘hoe’ van de man en het ‘weeeh’ van de vrouw beluisteren. Op YouTube staan ook leuke filmpjes, bv. van de ‘blaffende ransuil’ en ‘jonge ransuilen overdag en nacht’.
Voor als je het leuk vindt, op Waarneming.nl kun je je eigen observaties invoeren en kijken welke dieren en planten waar in Nederland voorkomen.