Oh, wat lust ik toch graag pap,
van je hap, hap, hap
pap door het keeltje
zo naar de maag.
Rijstepap, gortepap, moutpap,
al die soorten smaken meer dan goed,
‘t stroomt soepel door mijn bloed
en prikkelt mijn gemoed.
Lekkere klonten, vette stroop, dikke brei
dit alles maakt me blij, blij, blij,
‘t Slabbetje om,
de pan op tafel,
lepel gereed
‘Super’ is de kreet
die wij allen slaken
en ik ook.
Pap als tussendoortje
of als kers op de taart
‘t is maar hoe het gaat,
maar de klok staat even stil
op dit moment van verfijnd genot!
Frank Roffel-voorjaar 2020